Maisplanten zijn groot, ze kunnen meer dan twee meter hoog worden. Daar komt nog eens bij dat de vruchten best veel energie bevatten. Een maïskolf bevat ongeveer tussen de 80 en 110 calorieën. Dit betekent dat een maisplant een wortelstelsel nodig heeft dat veel water en mineralen kan opnemen en dat de plant overeind houdt. In dit artikel vertellen we je hoe het wortelstelsel van een maisplant zich ontwikkeld met en zonder hindernissen, zoals andere planten. Op basis hiervan vertellen we hoeveel ruimte je moest reserveren voor een maisplant in je moestuin(bak).
Het wortelstelsel van jonge maisplantjes
Zodra een maïskorrel ontkiemd, groeien de wortels snel. Wanneer het warm genoeg is en de aarde niet te hard aangedrukt, dan kunnen de wortels wel 2,5 cm per dag groeien. In het begin groeien de wortels vooral in de breedte, en iets minder in de diepte. Wanneer je maisplanten eerst (binnen) voor zaait, is het daarom belangrijk dat je grootte zaaibakjes gebruikt. Je kunt dan het beste zaaibakjes gebruiken die minimaal 30 cm hoog zijn en een doorsnede hebben van 30 cm. Meestal zijn dit potjes met een inhoudt van ongeveer 12 liter. Potjes die zo gemaakt zijn dat de wortels extra veel zuurstof krijgen zorgen ervoor dat dat het wortelstelsel zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Wanneer je deze speciale potten gebruikt, dan kun je ervoor kiezen om een pot te nemen met een doorsneden van 25 cm.
Je zou ze bijvoorbeeld kunnen zaaien in:
Het weer in Nederland en België kan grillig zijn. Het is daarom belangrijk om niet te vroeg voor te zaaien. Het liefst wil je de maisplanten binnen twee weken na het ontkiemen uitplanten. Dit betekent dat je de maisplantjes het beste in de laatste week van april binnen kunt zaaien. Dan kunnen ze in de tweede of derde week van mei buiten uitgeplant worden. Door het voor zaaien van de mais kun je de tijd tussen het zaaien en oogsten verkorten. Zeker in ons klimaat is dit fijn. In jaren waarin het al vroeg koud wordt, kan het soms zijn dat de maiskolven nog niet helemaal rijp zijn wanneer de kou komt.
Het wortelstelsel van een volwassen maisplant
Maisplanten groeien snel. Ook het wortelstelsel ontwikkeld zich in een rap tempo zodra de planten in de moestuin zijn gezet. Wanneer de maisplanten gaan bloeien, dan is de plant "volwassen". Op dit moment is het wortelstelsel op zijn grootst. De meeste wortels van een volwassen maisplant die ongehinderd heeft kunnen groeien vindt je in de bovenste 60 cm van de grond. Ze zitten in een cirkel met een straal van 75 cm rondom de stengel. Dit betekent dat de maisplant ongeveer 1,5 m² kan innemen. Gelukkig heeft onderzoek laten zien dat maisplanten ook goed groeien wanneer ze dichter bij elkaar staan. Hierdoor kun je ook in een kleinere moestuin of in een moestuinbak mais kweken.
Plantafstand en worteldiepte voor maisplanten in de volle grond
Wanneer je mais in de volle grond gaat kweken, dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de bovenste 50 tot 70 cm van de grond goed los is gemaakt. Dit doe je door de grond om te scheppen. Om de wortels zo goed mogelijk te laten groeien, zorg je ervoor dat de wortels in een leemgrond staan, waarin veel organisch materiaal is verwerkt. Op DEZE pagina kun je alles lezen over hoe je een goede moestuingrond mengt. Je plant de maisplanten dan het liefst in een vierkant, waarbij je negen à tien planten per vierkante meter plant (3 rijen * 3 kolommen). Dit betekent dat je ongeveer 33 cm² per maisplant ruimte nodig hebt. Meer of minder planten per vierkante meter geeft vaak een minder goeie oogst.
Mais in een moestuinbak of plantenbak kweken
Wanneer je een moestuinbak of plantenbak gebruikt om mais in te kweken, dan is het aan te raden om een bak met een hoogte van minimaal 50 cm te kiezen. Op die manier wordt de verticale groei van de wortels van de maisplant niet te veel geremd. Ook bij het kweken in een moestuinbak of plantenbak is het belangrijk om deze te vullen met een leemgrond met veel organisch materiaal, zoals HIER te lezen is. Een maisplant heeft ook in een moestuinbak of plantenbak minimaal 33 cm² ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Maisplanten zijn niet zelf bestuivend, dus je moet er rekening mee houden dat je minimaal twee planten nodig hebt. Hieronder vertellen we je daar meer over.
Over het algemeen zijn de wortelstelsels van kleinere planten kleiner. Helaas is er geen specifieke informatie in hoeverre de hoogte van een volwassen maisplant de breedte of diepte van het wortelstelsel bepaald. Voor de zekerheid raden we aan om een mais soort te kiezen die niet zo hoog groeit wanneer je mais in een vierkante meter moestuinbak gaat kweken. De volgende rassen zijn een goede keuze voor in een moestuinbak, omdat ze kleiner zijn dan de meeste andere mais rassen:
Bestuiving van maisplanten
Maisplanten zijn niet zelf bestuivend. De pollen van de ene plant worden door de wind naar de andere plant verplaatst. Technisch gezien heb je dus minimaal twee mais planten nodig. Om er zeker van te zijn dat je maiskolven kunt oogsten kun je beter één vierkante meter reserveren voor negen à tien maisplanten. Je zaait ze dan in een vierkant (drie rijen en drie kolommen). Houdt er bij de bestuiving ook rekening mee dat je maiskolven van smaak, textuur, vorm of kleur kan veranderen wanneer deze met de pollen van een maisplant van een ander ras zijn bestoven. Wil je meerdere rassen mais op een klein stukje moestuin kweken, dan is het aan te raden om zakjes over de toppen te doen.
Wanneer je geen ruimte hebt voor zo veel mais planten, dan kan je overwegen om ze met de hand te bestuiven. Dit doe je door de kleine pluimen die uit de top van de plant komen af te snijden. De pluimen doe je in een zakje. Het zakje doe je dicht en dan schud je het goed. Hierdoor komen de pollen los. Deze strooi je dan weer op de pluizen aan de zijkanten van de maisplanten.
Advies nodig?
Heb je advies nodig over het kweken van mais? Stuur ons dan een mailtje naar info@foodplanting.com of plaats een Disqus bericht hieronder!
Bronnen en verder lezen
De FoodPlanting Methoden
Onze artikelen zijn het resultaat van vele wetenschappelijke artikelen door te pluizen en de resultaten daarvan uit te proberen in onze eigen tuin. Een selectie van de artikelen kun je hier vinden, voor specifieker artikelen bij de informatie op deze pagina kun je altijd een berichtje sturen. Dit zorgt er soms voor dat ons advies (erg) afwijkt van de adviezen van andere huis-tuin-en-keuken informatie bronnen. Zelf ben ik opgeleid als wetenschapper, dus geloof ik sterk in het gebruik van methodes die "statistisch bewezen" zijn. Zoals de scheikunde leraar altijd zei: "Meten is weten". Door deze "science based" aanpak zijn onze adviezen soms in strijd met "de volksmond", en ook niet altijd het eenvoudigst. Een geruststelling is dat planten hard zijn, anders zouden er niet zo veel zijn en zouden ze het niet zo lang volhouden op deze planeet. Daarom is het meestal prima als je een tussen weg neemt tussen onze wat moeilijkere nerdy methoden, en de eenvoudigere huis-tuin-en-keuken methoden.
- Cusicanqui, J. A., & Lauer, J. G. (1999). Plant density and hybrid influence on corn forage yield and quality. Agronomy Journal, 91(6), 911-915.
- El-Hamed, K., Elwan, M., & Shaban, W. (2011). Enhanced sweet corn propagation: studies on transplanting feasibility and seed priming. Vegetable Crops Research Bulletin, 75, 31-50.
- Rattin, J., Di Benedetto, A., & Gornatti, T. (2006). The effect of transplant in sweet maize (Zea mays L.). I: Growth and Yield. Int. J. Agric. Res, 1(1), 58-67.
- Shakarami, G., & Rafiee, M. (2009). Response of corn (Zea mays L.) to planting pattern and density in Iran. Am-Euras J Agric & Environ Sci, 5(1), 69-73.
- Vencill, W. K., Hatzios, K. K., & Wilson, H. P. (1989). Growth and physiological responses of normal, dwarf, and albino corn (Zea mays) to clomazone treatments. Pesticide Biochemistry and Physiology, 35(1), 81-88.
- Waters, L., Burrows, R. L., Bennett, M. A., & Schoenecker, J. (1990). Seed moisture and transplant management techniques influence sweet corn stand establishment, growth, development, and yield. Journal of the American Society for Horticultural Science, 115(6), 888-892.
- Weaver, J. E., & Bruner, W. E. (1927). Root Development Of Vegetable Crops Ist Edn. Mcgraw-Iill Book Co,; London.
- Welbaum, G. E., Frantz, J. M., Gunatilaka, M. K., & Shen, Z. (2001). A comparison of the growth, establishment, and maturity of direct-seeded and transplanted sh2 sweet corn. HortScience, 36(4), 687-690.
- Wolfe, D. W., Topoleski, D. T., Gundersheim, N. A., & Ingall, B. A. (1995). Growth and yield sensitivity of four vegetable crops to soil compaction. Journal of the American Society for Horticultural Science, 120(6), 956-963.