De belangrijkste reden om een kerstboom met kluit te kopen is om deze daarna als tuinplant te houden. Helaas is het vaak moeilijk om een kerstboom met kluit een langere tijd mooi en gezond te houden in de tuin of op het balkon. Door de kerstboom langzaam aan de buitenlucht te laten wennen en op de juiste manier in de volle grond of in een plantenbak te planten is de kans groter dat de kerstboom aan slaat. In dit artikel vertellen we alles over het uit planten van kerstbomen met kluit en het verzorgen van kerstbomen die buiten staan.
Voor tips om kerstbomen met en zonder kluit tijdens de kerstdagen mooi te houden, kun je het artikel “Kerstbomen Met En Zonder Kluit Kopen, Verzorgen En Hergebruiken” lezen. Hoe fitter de kerstboom immers de kerstperiode door komt, hoe groter de kans dat hij succesvol buiten verder zal groeien!
De kerstboom aan de buitentemperatuur laten wennen
De redenen dat kerstbomen met kluit vaak snel dood gaan wanneer ze buiten worden gezet, is omdat er een groot verschil is tussen de temperatuur binnen en buiten. Wanneer een kerstboom ineens van een warme kamer naar een koude tuin wordt verplaatst, dan schrikt de kerstboom. Door de shock produceert de kerstboom allerlei plantenhormonen die ervoor zorgen dat de kerstboom zijn naalden laat vallen. Als dit gebeurt, dan heeft de kerstboom een goede verzorging en veel geluk nodig om te kunnen overleven.
Om stres te voorkomen, is het belangrijk dat de kerstboom langzaam aan de buitentemperatuur went. Dit doe je door de kerstboom niet meteen buiten te zetten, maar door de kerstboom elke dag wat langer buiten te zetten. Op de eerste dag zet je de kerstboom overdag ongeveer 6 uur buiten in de schaduw. Hierna zet je de kerstboom elke 2 dagen 2 uur langer buiten, dus 6 uur buiten op dag 1 en 2, 8 uur buiten op dag 3 en 4, 10 uur buiten op dag 5 en 6. Vanaf dag 7 kan de kerstboom permanent buiten blijven staan. Verplaats de kerstboom na ongeveer een week van de schaduw naar een plek in de volle zon. Om het verhuizen van binnen naar buiten en buiten naar binnen makkelijker te maken, kun je de kerstboom op een transportwagentje zetten.
Kerstbomen planten
Wanneer de kerstboom aan de buitenlucht gewend is, is het tijd om de kerstboom uit te planten. Kerstbomen kunnen zowel in de volle grond als in een plantenbak gekweekt worden. In de volle grond zal een kerstboom meestal iets sneller groeien en heeft de kerstboom zeer weinig verzorging nodig. Het nadeel is wel dat een kerstboom die in de volle grond staat niet opnieuw als kerstboom gebruikt kan worden. Door de kerstboom elk jaar opnieuw op te graven beschadigen de wortels te vaak, waardoor de kans groot is dat de boom na een tijdje dood gaat. Wel kunnen er takken van de kerstboom in de volle grond gebruikt worden.
In een plantenbak groeit een kerstboom langzamer en kan de kerstboom elk jaar opnieuw als kerstboom gebruikt worden. De kerstboom is wel gevoeliger voor droogte en heeft vaker plantenvoeding nodig.
Volle grond voorbereiden
Kerstbomen zijn erg kieskeurig als het om de grond en plek gaat waarin ze groeien. Wanneer een kerstboom slecht groeit of er slecht uit begint te zien, dan komt dit meestal doordat de eigenschappen van de grond niet aansluiten bij de eisen van de kerstboom. Als je een kerstboom gaat uitplanten, is het aan te raden om even de tijd te nemen om een goede plek te kiezen en om de grond voor te bereiden.
Kerstbomen kunnen slecht tegen een natte bodem. Wanneer de grond rondom de wortels regelmatig te nat is, dan kunnen de wortels gaan rotten. Het is daarom belangrijk dat overtollig water makkelijk kan wegstromen. Voor het uitplanten van de kerstboom, controleer daarom voor het planten of de drainage van de bodem verbeterd moet worden. Als er vaak plassen staan of het vaak modderig is op de plek waar je de kerstboom zou willen planten, dan is de plek niet geschikt om voor een kerstboom. Het is dan aan te raden om de kerstboom op die plek in een verhoogde kweekbak van minimaal 50 centimeter hoog met open bodem te planten. Een andere optie is om de kerstboom in een plantenbak in plaats van in de volle grond te planten.
Als de grond goed draineert, dan is de kans groter dat de kerstboom goed zal gaan groeien. Om de kerstboom nog beter te laten groeien, zou de kerstboom het beste op een plek in de volle zon en uit de wind geplant moeten worden. Kerstbomen die in de schaduw of op een tochtige plek staan zien er vaak een stuk minder mooi uit dan kerstbomen die in de volle zon en uit de wind staan. Ook is de kans groter dat kerstbomen last krijgen van insecten of schimmels wanneer ze op een tochtige plek staan.
Wanneer de perfecte plek voor de kerstboom eenmaal gevonden is, dan is het verstandig om eerst nog de pH-waarde van de grond te testen. Op de pagina over het testen van de pH-waarde van de bodem staat hoe dit moet. Kerstbomen groeien het beste in een bodem met een pH-waarde tussen de 5,0 en 6,0 pH. Als de pH-waarde lager is dan 5,0 pH of hoger dan 6,0 pH, dan is het vaak makkelijker om de kerstboom in een plantenbak te kweken. Het verhogen van de pH-waarde en het verlagen van de pH-waarde kan vaak maanden tot zelfs jaren duren.
Wanneer de kerstboom aan de buitentemperatuur gewend is, de juiste plek voor de kerstboom gekozen is, en de pH-waarde optimaal is, is het tijd om de kerstboom te planten. De eerste stap om de kerstboom te planten is om een gat te graven. Het is aan te raden om het plantgat groter te maken dan nodig, het liefst 60 centimeter diep en 60 centimeter breed. Dit zorgt ervoor dat de grond rondom de wortels goed los komt. In een losse grond hoeven de wortels minder moeite te doen om te groeien, waardoor de wortels sneller groeien. Als het gat eenmaal af is, kan de kerstboom geplant worden.
Kerstbomen uitplanten
Om de kerstboom te planten begin je met een streepje op de stam te zetten, op de plek waar de grond begint. Daarna kun je de kerstboom uit de kweekpot halen. Maak de wortels met je handen goed los, zodat ze een beetje heen en weer swingen wanneer je over de buitenkant van de kerstboom wrijft. Het is niet erg dat sommige wortels af breken door het los maken. Een kerstboom waarvan de wortels los gemaakt zijn voor het uitplanten heeft na een jaar een veel gezonder wortelstelsel dan bomen waarvan de wortels niet los gemaakt zijn.
Wanneer de wortels los gemaakt zijn is het tijd om de kerstboom in het plantgat te zetten. De kerstboom moet uiteindelijk net zo diep geplant worden als in de kweekpot. Dit betekent dat de kerstboom zo diep staat dat het streepje dat je op de stam hebt gezet overeen komt met het punt waar de grond begint. Tijdens het planten is het belangrijk om de kerstboom goed aan te drukken.
Als je denkt dat de kerstboom goed staat giet je een ruimte hoeveelheid water over de grond. Soms is het nodig om daarna nog wat grond toe te voegen, omdat de kerstboom zakt. Uiteindelijk moeten alle wortels van de kerstboom in contact komen met grond. Het is daarom belangrijk om het proces van grond bijvullen, aandrukken en water geven te herhalen tot de kerstboom stevig staat. Als het goed is, is de grond waarin de kerstboom staat goed drainerend, dus het overtollige water zou snel moeten wegstromen en geen problemen moeten opleveren.
Als de kerstboom eenmaal staat, dan zal de kerstboom eerst een tijdje nodig hebben om aan zijn nieuwe plek te wennen. Om de kerstboom beter te laten wennen, zou je de kerstboom een dosis Auxine Biostimulant kunnen geven. Auxine is een hormoon dat de plant van nature produceert. Wanneer een plant stres ervaart, dan daalt het auxineniveau, waardoor de kerstboom zijn naalden laat vallen. Door auxine de eerste 8 weken aan het irrigatiewater toe toevoegen, voorkom je dat het auxinegehalte in de kerstboom te veel daalt. Hierdoor is de kans kleiner dat de kerstboom zijn naalden na het verplanten laat vallen en schade door de stress op loopt.
Kerstbomen in plantenbakken uitplanten
Een kerstboom met kluit wordt meestal in een te kleine kweekpot geleverd. Hoe kleiner de kweekpot is, hoe meer kerstbomen de kweker namelijk op de vrachtwagen kan laden. De grootte van de kweekpot wordt dus niet bepaald op basis van wat goed is voor de kerstboom, maar op basis van hoe de meeste winst gemaakt kan worden. Na de kerst is het daarom aan te raden om de kerstboom zo snel mogelijk, zodra hij aan de buitenlucht gewend is, te verpotten in de volle grond of een grotere plantenbak.
Een goede plantenbak voor een kerstboom moet aan enkele eisen voldoen. Ten eerste heeft een goede plantenbak de juiste afmeting. Probeer een plantenbak uit te kiezen die minimaal 50 centimeter hoog is. De wortels van een kerstboom groeien het liefst de diepte in, dus hoe hoger de plantenbak hoe beter. Als het gaat om de breedte zou een plantenbak die een doorsneden van 50 centimeter heeft ideaal zijn, maar in een kleinere plantenbak groeit een kerstboom meestal ook prima.
De wortels van een kerstboom groeien in de volle grond meters diep de grond in. In een plantenbak is dit niet mogelijk. Toch zullen de wortels proberen de diepte in te groeien. In de meeste plantenbakken zorgt dit ervoor dat de wortels op de bodem van de bak in de rondte gaan groeien. Helaas is dit niet zo goed voor de kerstboom. Om dit te voorkomen kun je de kerstboom in een kweekpot zetten die zo gemaakt is dat de wortels in aanraking komen met lucht zodra ze tegen de bodem of de rand van de plantenbak aankomen. Lucht zorgt ervoor dat de wortels gaan vertakken in plaats van langer worden. Dit wordt ook wel luchtsnoeien genoemd.
Een ander punt om rekening mee te houden is dat de drainage van de plantenbak waar de kerstboom in geplant wordt goed is. Kerstbomen zijn gevoelig voor een natte bodem. Als de grond waarin een kerstboom groeit vaak erg nat is dan gaan de wortels rotten. Wanneer dit gebeurt, dan wordt de kerstboom ziek en kan hij zelfs dood gaan. Om te voorkomen dat de wortels na een hevige regenbui of een te lange sproeibeurt te nat blijven, is het belangrijk dat er veel drainage gaten in de bodem van de plantenbak zitten.
Alleen drainagegaten in de bodem zijn niet genoeg om de wortels van een kerstboom te beschermen. Ook is het belangrijk om te voorkomen dat de bodem van de pot niet in aanraking komt met weggestroomd water. Om dit te doen kun je de pot op een stenen, plantenbakvoetjes of een laagje kiezels zetten.
Grote, poreuze terracotta potten, potten van het merk AirPot of AirRAP en plantenzakken van het merk Gronest zijn ideaal voor kerstbomen. Al deze plantenbakken of plantenzakken laten overtollig water makkelijk door en voorkomen dat de wortels in de rondte gaan groeien.
Wanneer de ideale plantenbak eenmaal gevonden is, dan is het tijd om de plantenbak met grond te vullen. De ideale grond voor een kerstboom mag niet te veel water vasthouden en heeft een pH-waarde tussen de 5,0 en 6,0. Coniferen, de groep waar kerstbomen onder vallen, worden meestal gekweekt in een mix van 2 delen turf of grond voor zuurminnende planten, 1 deel vermiculiet en 1 deel perlite of zand. De turf zorgt ervoor dat de grondmix aan de zure kant is. Het vermiculiet en de perliet of het zand zorgen ervoor dat er voldoende lucht in de bodem zit en dat overtollig water makkelijk wegstroomt.
Kerstbomen verzorgen
Een kerstboom die op de juiste manier geplant is, heeft weinig verzorging nodig. Kerstbomen in de volle grond hoeven alleen gesnoeid te worden. Kerstbomen in een plantenbak hebben vaak alleen water en plantenvoeding nodig om goed te groeien.
Plantenvoeding voor kerstbomen
In vergelijking met veel andere planten hebben kerstbomen weinig voedingsstoffen nodig. Om de kerstboom goed te laten groeien, vooral in een plantenbak, geef je in de lente een dosis van 500 gram kippenmestkorrels. Dit zorgt ervoor dat er voedingsstoffen in de bodem komen, zoals stikstof, fosfor en kalium. Daarnaast zorgt kippenmest er ook voor dat er organisch materiaal in de bodem terecht komt, waardoor de goede micro-organismen in de bodem beter groeien.
Om een kerstboom een extra boost te geven, kun je in de lente ook een mycorrhiza supplement en/of een supplement met goede bodembacteriën aan de grond toevoegen. De micro-organismen zorgen ervoor dat de wortels van de kerstboom beter in staat zijn water en voedingsstoffen op te nemen. Daarnaast produceren veel goede micro-organismen natuurlijke antibiotica die ziekteverwekkers bestrijden. Hierdoor groeit de kerstboom beter en is de kans kleiner dat de kerstboom ziek wordt.
Water voor kerstbomen
Kerstbomen in de volle grond hoeven geen extra water te krijgen. Alleen in de eerste 8 weken na het uitplanten is het nodig om 1 keer per week water te geven. Ook hebben bomen die minder dan een jaar geleden geplant zijn in hele droge zomers extra water nodig, omdat de wortels dan nog niet zo diep groeien. Als het in het eerste jaar na het uitplanten een langere tijd erg droog is, dan kun je de kerstbomen elke 2 weken 15 minuten besproeien. Wanneer de kerstboom langer dan een jaar op zijn plek staat, dan is het niet nodig om extra water te geven in droge periodes.
Kerstbomen in een plantenbak drogen veel sneller uit dan in de volle grond. Dit komt, omdat ze maar een beperkte hoeveelheid grond tot hun beschikking hebben. Daarnaast vangen plantenbakken maar weinig regenwater op. Zeker het eerste jaar is het daarom aan te raden om de kerstboom elke week water te geven, ook als het heeft geregend. Alleen als het vriest, is het af te raden om water te geven.
Kerstbomen snoeien
Om een mooie kerstboom te kweken, moet een kerstboom af en toe bijgeknipt worden. Een mooie kerstboom heeft een enkele, rechte stam, ziet er van elke kant hetzelfde uit en heeft geen grote gaten tussen de takken. Door elk jaar in de lente, als de takken nog jong en zacht zijn, de juiste delen van de kerstboom af te snoeien krijgt je kerstboom de ideale kerstboomvorm.
Wanneer je een zelf gezaaide of jonge kerstboom hebt, dan heeft deze zijn eerste snoeibeurt nodig wanneer de boom 50 tot 100 centimeter hoog is. Meestal is de kerstboom dan tussen de 2 en 4 jaar oud. Tijdens de eerste snoeibeurt worden de takken die aan de onderkant van de stam groeien helemaal afgeknipt. Bij kerstbomen die klein gehouden worden, worden de takken tot een hoogte van 15 centimeter boven de grond af geknipt. Bij kerstbomen die hoog mogen worden, worden ze tot een hoogte van 25 centimeter boven de grond weggehaald. Door deze eerste snoeibeurt wordt de stam zichtbaar. Dit zorgt ervoor dat de boompjes meer op kerstbomen gaan lijken en dat er meer lucht in de boom komt.
Om de kerstboom in de juiste vorm te laten groeien, moet de piek en de takken van de kerstboom elke lente gesnoeid worden. Door het snoeien van de takken van de kerstboom moet uiteindelijk een kegelvorm ontstaan. Meestal is de doorsneden van het onderste, breedste deel van de kerstboom daardoor ongeveer ⅔ van de hoogte van de kerstboom. Als de kerstboom dus 1,5 meter hoog is, dan heeft de kerstboom onderaan een doorsneden van ongeveer 1 meter.
Om de zijkanten te snoeien kun je een kleine snoeischaar gebruiken of een heggenschaar. Meestal ziet een kerstboom die met een kleine snoeischaar geknipt zijn er natuurlijker uit, terwijl kerstbomen die met een heggenschaar gesnoeid zijn strakker van vorm zijn.
Winterhardheid van kerstbomen
Kerstbomen die altijd buiten staan kunnen in de winter tegen temperaturen tot -30 graden Celsius. Dit komt, omdat de bomen in rust gaan als de temperaturen in de winter omlaag gaan. Daardoor zijn ze beschermd zijn tegen vorst. Door kerstbomen met kerst binnen te zetten worden de kerstbomen weer "wakker". Hierdoor neemt de vorstbestendigheid af.
In de maanden nadat de kerstboom binnen heeft gestaan, is het belangrijk om in de gaten te houden hoe koud het wordt. Kerstbomen die ongeveer 20 dagen binnen hebben gestaan voordat ze buiten worden gezet kunnen een temperatuur tot -5 graden Celsius aan. Mocht het kouder worden, dan is het aan te raden om een hoge berg grond rondom de stam te scheppen. Dit werkt als een isolatielaag tegen de vorst. Zodra de kans op hevige vorst weg is, is het belangrijk om de berg grond zo snel mogelijk weer weg te halen.
Onkruid rondom kerstbomen
Ondanks dat kerstbomen onverschrokken lijken, zijn ze erg gevoelig. In de eerste drie jaar na het uitplanten kunnen ze slecht tegen competitie van andere planten. Daarom moet de ruimte rondom de kerstboom in de eerste jaren vrij houden van onkruid en andere planten. Uiteraard is het af te raden om hier een onkruidverdelger voor te gebruiken. In plaats daarvan is het beter om het onkruid rond de kerstboom uit de grond te trekken of om regelmatig rondom de kerstboom te schoffelen.
Kerstbomen in de eetbare tuin
Jonge uiteinden van dennenbomen (Pinus spp.) en sparrenbomen (Picea spp.) worden soms gebruikt om siroop van te maken, voor in winterse cocktails, als smaakmaker in snoepjes, of om thee van te trekken. Ondanks dat dennenbomen en sparrenbomen die als kerstboom verkocht worden de juiste soort zijn om te eten, is het af te raden dit te doen. Zowel kerstbomen zonder kluit als kerstbomen met kluit worden vaak met pesticiden bespoten die de takken ongeschikt maken voor consumptie. Na verloopt van tijd breken deze gifstoffen wel af, waardoor de takken van een kerstboom met kluit na een jaar in de tuin of op het balkon wel gebruikt zouden kunnen worden.
Vragen en opmerkingen
Het zelf kweken van groenten, fruit, kruiden en bloemen gaat meestal gemakkelijk, maar soms zit er ook wel eens wat tegen. Mocht je een vraag hebben over het kweken van planten, dan zullen wij deze zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Je kunt je vragen onderaan deze pagina stellen, via het Disqus formulier. Om naar het Disqus formulier te gaan, klik je op de “Stel een vraag!”-knop hieronder.
Bronnen en verder lezen
- Brand, M. H., & Ahrens, J. F. (1992). Southern New England Christmas Tree Growers' Manual.
- Brunner, B. (2012). Inventing the Christmas Tree. Yale University Press.
- Ciesla, W. M. (1998). Non-wood forest products from conifers (No. FAO NWFP-12). FAO, Roma (Italia) European Forest Institute, Joensuu (Finlandia) Deparment of Agriculture, Washington, DC (EUA). Forest Service.
- Cordell, C. E. (1997). Mycorrhizal fungi-beneficial tools for mineland reclamation and Christmas trees. UNITED STATES DEPARTMENT OF AGRICULTURE FOREST SERVICE GENERAL TECHNICAL REPORT PNW, 91-92.
- Dominguez-Lerena, S., Sierra, N. H., Manzano, I. C., Bueno, L. O., Rubira, J. P., & Mexal, J. G. (2006). Container characteristics influence Pinus pinea seedling development in the nursery and field. Forest Ecology and Management, 221(1-3), 63-71.
- Cregg, B. M., Nzokou, P., & Goldy, R. (2009). Growth and physiology of newly planted Fraser fir (Abies fraseri) and Colorado blue spruce (Picea pungens) Christmas trees in response to mulch and irrigation. Hortscience, 44(3), 660-665.
- Edlin, H. L. (1970). Know your conifers.
- English, J. (1998). Growing Christmas trees organically. Maine organic farmers and growers association.
- Erhart, E., & Hartl, W. (2003). Mulching with compost improves growth of blue spruce in Christmas tree plantations. European Journal of Soil Biology, 39(3), 149-156.
- Gilmore, A. R. (1979). Growing Christmas Trees in Illinois. Circular-Cooperative Extension Service, University of Illinois, Urbana-Champaign; C 1171.
- Hart, J. M., Landgren, C. G., Fletcher, R. A., Bondi, M. C., Whithrow-Robinson, B. A., & Chastagner, G. A. (2009). Christmas tree nutrient management guide: western Oregon and Washington.
- Hinesley, L. E., & Snelling, L. K. (1997). Basal pruning Fraser fir Christmas trees. HortScience, 32(2), 324-326.
- Koelling, M. R. (1995). Soils and Christmas Tree Production——Part 4, Soil pH. Mich. Christmas Tree Journ, 41(1), 37-39.
- Koelling, M. R., & Wright, J. W. (1977). Recommended species for Christmas tree planting. MICHIGAN COOPERATIVE EXTENSION SERVICE EXTENSION BULLETIN, (NE-11), 1-4.
- Klooster, W. S., Cregg, B. M., Fernandez, R. T., & Nzokou, P. (2010). Growth and photosynthetic response of pot-in-pot-grown conifers to substrate and controlled-release fertilizer. HortScience, 45(1), 36-42.
- Johnson, J. E. (2005). Species for Christmas tree planting in Virginia.
- Lamontagne, M., Adégbidi, H. G., & Assamoi, A. J. (2019). Organic fertilization of Christmas tree (Abies balsamea (L.) Mill.) plantations with poultry manure in northwestern New Brunswick, Canada. The Forestry Chronicle, 95(1), 39-49.
- Landgren, C. G. (2016). Developing Quality Christmas Trees in the Pacific Northwest. Oregon State University Extension Service.
- Landgren, C. G., Fletcher, R. A., Bondi, M. C., Barney, D. L., & Mahoney, R. L. (2003). Growing Christmas trees in the Pacific Northwest.
- Luna, T., Landis, T. D., & Dumroese, R. K. (2009). Nursery manual for native plants: A guide for tribal nurseries-Volume 1: Nursery management. Agriculture Handbook 730. Washington, DC: US Department of Agriculture, Forest Service. p. 95-111., 730, 95-111.
- McKinley, C. R. (2012). Selection and Care of Christmas Trees.
- Ortega, U., Majada, J., Mena-Petite, A., Sanchez-Zabala, J., Rodriguez-Iturrizar, N., Txarterina, K., ... & Duñabeitia, M. (2006). Field performance of Pinus radiata D. Don produced in nursery with different types of containers. New Forests, 31(1), 97-112.
- Rose, R., & Haase, D. L. (2000). The use of coir as a containerized growing medium for Douglas-fir seedlings. Native Plants Journal, 1(2), 107-111.
- Rothstein, D. E., & Lisuzzo, N. J. (2006). Optimal nutrition and diagnosis for Abies fraseri Christmas trees in Michigan. Northern Journal of Applied Forestry, 23(2), 106-113.
- Saha, D., Cregg, B. M., & Sidhu, M. K. (2020). A Review of Non-Chemical Weed Control Practices in Christmas Tree Production. Forests, 11(5), 554.
- Seifert, J. R. (2015). Growing Christmas trees.
- Slesak, R. A., & Briggs, R. D. (2010). Foliar mass and nutrition of Abies concolor Christmas trees following application of organic and inorganic fertilizer. Northern Journal of Applied Forestry, 27(1), 28-33.
- Turner, D. O., & Buhaly, J. G. (1980). Fertilizing natural stand Douglas-fir Christmas trees.
- Wray, R. D. (2008). Christmas trees for pleasure and profit. Rutgers University Press.