Bladluizen komen bijna overal ter wereld op planten voor. De kleine insecten zuigen sap uit de planten, trekken mieren aan en kunnen vervelende ziektes met zich mee dragen. Voor mooie, gezonde planten en een goede oogst is het dus belangrijk om een bladluizenplaag zo snel mogelijk aan te pakken. In dit artikel bespreken we hoe je een bladluizen plaag kunt herkennen en hoe bladluizen bestreden kunnen worden op een natuurlijke manier.
Het herkennen van een bladluizen plaag
De insecten die tot de Aphidoidea familie horen noemen we bladluizen. Inmiddels zijn er duizenden soorten bladluizen over heel de wereld ontdekt. Alle bladluizen zijn kleine insecten van enkele millimeters groot. De meeste bladluizen die we hier tegenkomen zijn groen, bruin of zwart van kleur. Sommige hebben vleugels en andere weer niet.
Bladluizen zitten meestal op de onderkant van de bladeren van een plant of op jonge stengels. De bladluizen hebben een mond die op een lang rietje lijkt waarmee ze door de plant prikken. Dit rietje prikken ze door de epidermis, ofwel de opperhuid, van de plant om in de floëem vaten te komen. De floëem vaten zijn de buizen aan de binnenkant van de plant waarin sap met daarin opgeloste suikers en voedingsstoffen van de bladeren naar de rest van de plant stroomt. De bladluis zuigt dit sap met zijn lange mond op.
De meeste bladluizen die in de tuin voorkomen zijn vrouwtjes. De vrouwtjes kunnen zichzelf in een snel tempo klonen. Hierdoor kan een plant binnen enkele dagen helemaal vol zitten met vrouwelijke bladluizen. Zodra een plant vol zit met bladluizen, dan krijgen sommige bladluizen vleugels. Hiermee kunnen ze naar een nieuwe plant vliegen, om zich daar weer te vermenigvuldigen. Op die manier zitten alle planten na een tijdje vol met bladluizen.
Een bladluis die vleugels heeft gekregen zoekt naar een plant waar makkelijk van gedronken kan worden. Het liefst kiest een bladluis een plant met een zachte buitenkant, waar makkelijk doorheen geprikt kan komen. Planten die haren op hun bladeren hebben en planten met een dikke wax laag rondom hun bladeren worden meestal met rust geladen door bladluizen. Dit komt, omdat het voor de bladluis moeilijk is om hun langwerpige mond door de buitenlaag van de plant te prikken. Ook kiest een bladluis het liefst een plant die geen etherische oliën aan maakt die de bladluis ziek maken.
In veel gevallen zie je alleen dat de plant last heeft van een bladluizen plaag, omdat je de bladluizen kunt zien zitten. Wanneer er veel bladluizen op de plant zitten, dan kunnen de bladeren gaan krullen, verwelken of geel worden. Sommige soorten bladluizen zorgen er wel voor dat een plant hele specifieke symptomen vertoont. Zo zorgt de rode bessen bladluis, Cryptomyzus ribis, ervoor dat rode bessenstruiken rode vlekken krijgen die op blaren lijken.
Wanneer er bladluizen op een plant zitten, dan zie je vaak dat er een doorzichtige, plakkerige substantie op de bladeren zit. De plakkerige substantie heet honingdauw en wordt door bladluizen uitgescheiden.
Bladluizen scheiden honingdauw uit, omdat het sap dat ze uit een plant zuigen veel suikers en maar weinig andere voedingsstoffen bevatten. Hierdoor moet een bladluis een grote hoeveelheid sap drinken voordat hij van alle voedingsstoffen genoeg binnen krijgt om zijn lichaam gezond te houden.
Doordat bladluizen veel plantensap moeten drinken om aan al hun benodigde voedingsstoffen te komen, krijgen ze veel te veel suiker binnen. Deze overtollige suikers slaan bladluizen niet op, zoals bij ons zoogdieren gebeurt. In plaats daarvan scheiden ze het teveel aan suiker gewoon weer uit, in de vorm van honingdauw. Honingdauw is dus eigenlijk gewoon suikersiroop.
Honingdauw is niet direct gevaarlijk voor de plant, maar fijn is het niet. Ten eerste is het voor ons niet fijn, want de plant en de grond erom heen wordt vies en plakkerig. Daarnaast is honingdauw een goede voedingsbodem voor de roetdauw schimmel. Wanneer de roetdauw schimmel op de met honingdauw bedekte bladeren begint te groeien, dan ontstaat er een zwarte waas op de bladeren. Ook trekt honingdauw mieren aan, die de honingdauw graag op eten. Mieren zijn zelfs zo dol op honingdauw dat ze de mieren als een soort melkkoeien behandelen. De mieren beschermen de bladluizen tegen natuurlijke vijanden en "melken" de bladluizen zelfs, zodat ze meer honingdauw uitscheiden.
Het bestrijden van bladluizen
Bladluizen kunnen zich snel vermeerderen. Daardoor is het belangrijk om bij het ontdekken van de eerste bladluizen actie te ondernemen. Bladluizen leggen in de herfst eieren die vorstbestendig zijn. Het is daarom belangrijk om zo veel mogelijk bladluizen te bestrijden voordat de herfst begint, om te voorkomen dat de bladluizen volgend jaar weer een probleem vormen.
Resistente planten
Preventie is altijd beter dan bestrijding. Het planten van planten waar bladluizen niet van houden, is een manier om bladluizen zo veel mogelijk uit je tuin of balkon te houden. Bladluizen hebben bijvoorbeeld moeite om te drinken van planten met harige bladeren en stengels. Hierdoor worden harige planten, zoals tomaten-, brandnetel, marjolein- en zonnebloemplanten, minder vaak geplaagd door bladluizen. Sommige haren die op planten zitten, zoals die van de brandnetel, werken niet alleen als een fysieke barrière tegen bladluizen, maar scheiden ook nog eens stoffen uit waar de bladluizen niet van houden.
De langwerpige monden van bladluizen zijn niet zo sterk. Hierdoor hebben de bladluizen moeite om harde bladeren en waxachtige bladeren door te boren. Hierdoor zie je minder bladluizen op harde kruiden, zoals rozemarijn en tijm, en planten die in droge gebieden voorkomen, zoals laurierstruiken, eucalyptusbomen, olijfbomen en citrusbomen. Ook hebben sommige planten die in nattere gebieden voorkomen een harde buitenlaag of wax laag ontwikkeld om zich tegen insecten te beschermen, zoals bleekselderij en kolen planten.
Op plekken waar bladluizen een groot probleem vormen, kan het helpen om een paar jaar vooral planten met harige bladeren en stengels te kweken. De bladluizen zullen dan sneller in de tuin of op het balkon van iemand anders voedsel gaan zoeken.
Combinatie teelt
Zoals eerder gezegd zijn sommige planten beter in het afweren van bladluizen dan andere planten. In veel gevallen willen we planten die gevoelig zijn voor bladluizen, zoals rozenstruiken, toch graag in onze tuin of op ons balkon hebben. Om de kans te verkleinen dat bladluizen op planten gaan zitten die bladluizen lekker vinden, kunnen er planten die bladluizen afweren tussen en rondom de bladluisgevoelige planten gezet worden. Op die manier is de kans kleiner dat vliegende bladluizen op de gevoelige planten landen.
Er is veel onderzoek gedaan naar welke planten helpen om andere planten tegen bladluizen te bestrijden. Knoflook, bieslook en uien zijn vaak effectief in het afweren van bladluizen. De geur die planten uit de Allium familie uitscheiden wordt opgevangen door vliegende bladluizen. Doordat deze uien-knoflook geur ze niet aan staat, vliegen de bladluizen de andere kant op vliegen. Andere planten die bladluizen met hun geur wegjagen zijn goudsbloemen, afrikaantjes, basilicum, rozemarijn en lavendel.
Sommige onderzoeken laten zien dat het combineren van verschillende planten met een onaangename geur nog effectiever is in het wegjagen van bladluizen dan maar een enkele plant te gebruiken. Dit komt doordat de combinatie van de verschillende geuren verwarrender is voor de bladluizen dan een enkele geur. Hoe meer harige, wax-achtige en sterk geurende planten er in de tuin of op het balkon staan, hoe kleiner de kans is dat een voorbijvliegende bladluis op je kwetsbare planten gaan zitten.
Natuurlijke vijanden
Er zijn gelukkig veel insecten die graag een bladluisje lusten. Door de natuurlijke vijanden van bladluizen te lokken en eventueel zelfs uit te zetten, kan het aantal bladluizen in de tuin of op het balkon zitten snel verminderen. Wanneer je er voor zorgt dat de natuurlijke vijanden graag terug komen naar je tuin of balkon, dan heb je jarenlang plezier van deze tactiek om bladluizen te bestrijden.
Lieveheersbeestjes
Het lieveheersbeestje is de beste natuurlijke vijand tegen bladluizen. Een lieveheersbeestje eet het liefst zijn hele leven bladluizen, maar kan als dat nodig is ook overleven door andere insecten te eten. Ook overleven de meeste lieveheersbeestjes onze koude winters, waardoor het lokken of uitzetten van lieveheersbeestjes je jarenlang kan helpen om bladluizen te bestrijden.
Het lokken van lieveheersbeestjes kun je het beste doen door planten uit te zetten waar lieveheersbeestjes op af komen. Sommige onderzoeken hebben laten zien dat lieveheersbeestjes erg aangetrokken worden tot zuurbes (Berberis vulgaris) en reukloze kamille bloemen (Tripleurospermum inodorum). Ook kan de geur van dille, zonnebloem, bonenkruid, ageratum, afrikaantjes en basilicum lieveheersbeestjes aantrekken.
Soms is het lokken van lieveheersbeestjes niet genoeg om een bladluizenplaag te bestrijden. In dat geval is het uitzetten van lieveheersbeestjes larven een betere oplossing. Larven van het lieveheersbeestje en volwassen lieveheersbeestjes zijn te koop bij BioGroei en ECOStyle.
Zweefvliegen
Zweefvliegen zijn vliegende insecten die wat weg hebben van een wesp. Zweefvliegen eten verschillende insecten, waaronder bladluizen. Daarnaast zijn ze ook nog eens in staat om bloemen te bestuiven. Zweefvliegen worden vooral aangetrokken tot tuinen waarin veel bloemen groeien. Een onderzoek heeft laten zien dat de bloemen van de koriander een positief effect hadden op het aantal zweefvliegen in het veld. Ook de bloemen van bijenbrood, boekweit, en goudsbloemen, hebben een grote aantrekkingskracht op zweefvliegen.
Gaasvliegen
Gaasvliegen eten verschillende insecten, waaronder bladluizen. Zowel de volwassen gaasvliegen als de larven van de gaasvlieg eet graag een portie bladluizen. De larven van de gaasvlieg zijn nogal agressief en hongerig, wanneer ze onvoldoende insecten kunnen opeten of zich bedreigd voelen, dan kunnen ze mensen bijten. Ook kunnen de larven elkaar gaan opeten. Het is daarom aan te raden om, zolang de bladluizen populatie niet te groot is, de gaasvliegen uit zichzelf naar de tuin te laten komen. Voor grote plagen kan het dan wel weer handig zijn om de eitjes van de gaasvlieg in de tuin of in de kas te strooien, omdat ze de bladluizen plaag snel kunnen opruimen. Gaasvliegen eitjes kunnen gekocht worden bij BioGroei.
Galmuggen
De larven van de galmug, ofwel Aphidoletes aphidimyza, kunnen tientallen bladluizen per dag eten. De larven worden aangetrokken tot de geur van de honingdauw die de bladluizen uitscheiden. Ondanks dat de muggen tot op zekere hoogte tegen kou kunnen, zijn de galmuggen het meest effectief wanneer ze in een warme en vochtige omgeving van ongeveer 25 graden Celsius leven. Ook moeten de volwassen galmuggen toegang krijgen tot vochtige aarde, om hun eitjes in te leggen. Doordat de galmuggen een warme en vochtige omgeving nodig hebben, zijn deze natuurlijke vijanden van de bladluis vooral een goede keuze wanneer je last hebt van een bladluizen plaag in een kas die in de winter verwarmd wordt.
Doordat galmug larven de Nederlandse of Belgische winters vaak niet overleven, is het moeilijk om deze muggen aan te trekken. In plaats daarvan is het beter om de galmug larven in een kas te introduceren. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een doosje galmug cocoonen van BioGroei gebruiken. Het is belangrijk dat je de omgeving vanaf het moment dat je de galmuggen uit zet goed vochtig houdt. Ook zijn galmuggen gevoelig voor de meeste soorten insecticiden, daarom is het aan te raden om het gebruik van zowel conventionele als natuurlijke sprays tegen insecten te vermijden na het uitzetten van de galmuggen.
Alternative bestrijdingsmiddelen
Er zijn verschillende bestrijdingsmiddelen die bladluizen het leven zuur kunnen maken. Er zijn conventionele pesticiden, maar deze hebben veel nadelen hebben. Zo zijn de meeste pesticiden niet alleen gevaarlijk voor bladluizen, maar vaak ook voor goede insecten, zoals bijen. Ook worden bladluizen snel resistent tegen conventionele pesticiden, waardoor er steeds meer en steeds sterkere pesticiden gebruikt moeten worden om bladluizen te bestrijden.
In plaats van conventionele middelen, kun je beter middelen gebruiken die gemaakt zijn van ingrediënten die ook in de natuur voor komen. De kans op resistentie tegen deze middelen is vaak minder. Ook breken natuurlijke middelen meestal sneller af in onschadelijke stoffen dan conventionele pesticiden, waardoor de kans kleiner is dat andere insecten, micro-organismen en andere dieren er mee in contact komen. Ondanks dat de kans kleiner is dat andere micro-organismen, insecten en andere dieren er mee in aanraking komen, is die kans er wel en ook de kans dat het middel ook op hun negatieve effecten heeft. Als het even kan, is het daarom beter om planten te planten die bladluizen af weren en om natuurlijke vijanden te lokken om bladluizen op te eten.
Celiet
Celiet, ofwel diatomeeënaarde, bestaat voornamelijk uit heel fijn silica. Celiet kleeft aan het schild van de bladluizen, waar het gaat schuren. Hoe meer de bladluis beweegt, hoe meer het celiet schuurt. Na een tijdje gaat het schild van de bladluis hierdoor kapot. Hierdoor verdampt het vocht uit de bladluis, waardoor deze uiteindelijk dood gaat.
De beste manier om celiet te gebruiken is om het te mengen met water en dan over de bladluizen te sprayen of gieten. Hiervoor meng je 2 gram celiet met een liter water. Na het mengsel goed door geroerd te hebben kun je het in een sprayfles of in een gieter doen en op de bladluizen aanbrengen. Het is belangrijk dat het mengsel de bladluizen echt raakt, zodat de schurende celiet deeltjes de bladluizen kan beschadigen. Het is belangrijk om het mengsel voor het sprayen of gieten elke keer even goed te schudden of roeren.
Essentiële oliën
Essentiële oliën zijn plantaardige oliën die een groot aantal werkzame stoffen bevatten. Er zijn verschillende essentiële oliën die tegen bladluizen zouden kunnen werken. Hoe effectief een mengsel dat essentiële oliën bevat is, is afhankelijk van onder andere de soort bladluis die bestreden moet worden, de hoeveelheid werkzame bestanddelen in de essentiële olie en de mate waarin de bladluizen in contact komen met het mengsel. Wanneer je besluit om een mengsel met essentiële oliën gaat gebruiken om bladluizen te bestrijden, kan het zijn dat je een tijdje moet experimenteren voordat de bladluizen reageren.
De meest genoemde essentiële oliën die volgens onderzoek effectief zijn tegen bladluizen, zijn karwijzaad olie, venkel olie, anijs olie, majoraan olie, rozemarijn olie, munt olie, polei olie, sinaasappel olie, tijm olie, oregano olie en bonenkruid olie. Hou er wel rekening mee dat het gebruik van deze oliën om bladluizen te bestrijden eigenlijk niet mag, omdat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de effectiviteit en de veiligheid voor de mens en de natuur.
Wanneer je essentiële oliën gaat gebruiken om bladluizen te bestrijden, dan is het belangrijk om deze in de juiste verhouding te mengen. Je kunt de essentiële olie met een combinatie van water en een emulgator, zoals rimulgan of polysorbaat 80 van Chi. In veel gevallen wordt niet meer dan 0,1% essentiële olie, ofwel 1 gram essentiële olie op 999 milliliters water gebruikt. Wanneer je te veel essentiële olie in het mengsel doet, dan is de kans groot dat de plant beschadigd zodra de ingespoten delen in contact komen met zonlicht.
Het is aan te raden om mengsels waarin essentiële oliën zitten in de avond, na zonsondergang, op de plant te spuiten. Dit voorkomt dat de werkzame stoffen door de zon afbreken voordat ze hun werk hebben kunnen doen op de bladluizen. Ook zitten over na zonsondergang meestal minder goede insecten, zoals bijen, op de planten die ingespoten worden. Hierdoor is de kans kleiner dat het mengsel niet alleen de vervelende bladluizen, maar ook de goede insecten bestrijd. Onthou dat de meeste essentiële oliën niet zijn goedgekeurd als bestrijdingsmiddel, en dat er dus nog een hoop onbekend is over de veiligheid voor mensen en de natuur.
Neem olie
De werkzame stof in neemolie is azadirachtine. Deze stof zorgt ervoor dat insecten, waaronder bladluizen, stoppen met eten. Verschillende delen van de neemboom bevatten azadirachtine, maar de concentratie van deze stoffen is het hoogst in de zaden van de neemboom. Daarom is neemolie, gemaakt van deze zaden, vaak effectiever in het bestrijden van insecten dan extracten van andere delen van de neemboom.
De werkzame stoffen in neemolie breken snel af wanneer ze in contact komen met UV-licht. Het is daarom aan te raden om na zonsondergang te sprayen met neemolie. Een mengsel van 1 gram neemolie en 99 gram water. Eventueel kun je daar een emulgator, zoals rimulgan of polysorbaat 80 van Chi, aan toevoegen om het beter te laten mengen, maar inmiddels is bekend dat sommige emulgatoren op zichzelf een negatief effect hebben op goede insecten. Het is belangrijk dat alle bladluizen in contact komen met het neem mengsel. Doordat de werkzame stoffen in neem olie snel af nemen, kan het nodig zijn om na enkele dagen opnieuw te sprayen.
Pyrethrum
Pyrethrum, de werkzame stof van onder andere Bayer Natria en Luxan Tegen Insecten, is officieel erkent als biologisch middel om insectenplagen te bestrijden. Het middel, dat van chrysanten wordt gemaakt, werkt op het zenuwstelsel van insecten. Het middel zorgt ervoor dat de insecten niet meer kunnen bewegen, waardoor ze uiteindelijk dood gaan. Helaas is deze stof niet alleen werkzaam op bladluizen en andere vervelende insecten, maar ook op goede insecten, zoals bijen. Gebruik dit middel daarom alleen wanneer het onvoldoende helpt om afwerende planten neer te zetten en om natuurlijke vijanden te lokken.
Vragen en opmerkingen
Het zelf kweken van groenten, fruit, kruiden en bloemen gaat meestal gemakkelijk, maar soms zit er ook wel eens wat tegen. Mocht je een vraag hebben over het kweken van planten, dan zullen wij deze zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Je kunt je vragen onderaan deze pagina stellen, via het Disqus formulier. Om naar het Disqus formulier te gaan, klik je op de “Stel een vraag!”-knop hieronder.
BRONNEN EN VERDER LEZEN
- Adedipe, F., & Park, Y. L. (2010). Visual and olfactory preference of Harmonia axyridis (Coleoptera: Coccinellidae) adults to various companion plants. Journal of Asia-Pacific Entomology, 13(4), 319-323.
- Ahmed, M. T., Miah, M. R. U., Amin, M. R., Hossain, M. M., Suh, S. J., & Kwon, Y. J. (2018). Plant material as an alternative tool for management of aphid in country bean field. International Journal of Pest Management, 1-6.
- Atanasova, D., & Leather, S. R. (2018). Plant essential oils: the way forward for aphid control?. Annals of Applied Biology.
- Ben-Issa, R., Gomez, L., & Gautier, H. (2017). Companion plants for aphid pest management. Insects, 8(4), 112.
- Braham, M., Abbes, A., & Benchehla, D. (2008). Evaluation of organically-acceptable insecticide against the mealy aphids of the Hyalopterus pruni complex in almond orchard. SESSION 5: ARIDOCULTURE BIOLOGIQUE ET PROTECTION DES CULTURES, 1873.
- Bozsik, A. (1996). Studies on aphicidal efficiency of different stinging nettle extracts. Anzeiger für Schädlingskunde, Pflanzenschutz, Umweltschutz, 69(1), 21-22.
- Cartier, J. J. (1966). Aphid responses to colors in artificial rearings. Bulletin of the ESA, 12(4), 378-380.
- Cloyd, R. A., Galle, C. L., Keith, S. R., Kalscheur, N. A., & Kemp, K. E. (2009). Effect of commercially available plant-derived essential oil products on arthropod pests. Journal of Economic Entomology, 102(4), 1567-1579.
- Dancewicz, K. A. T. A. R. Z. Y. N. A., Kordan, B. O. Ż. E. N. A., Szumny, A. N. T. O. N. I., & Gabryś, B. E. A. T. A. (2012). Aphid behaviour-modifying activity of essential oils from Lamiaceae and Apiaceae. Aphids Other Homopterous Insects, 18, 93-100.
- Dardouri, T. G. H., Costagliola, G., & Gomez, L. (2017). How french marigold (Tagetes patula L.) volatiles can affect the performance of green peach aphid. IOBC-WPRS Bull, 123, 71-78.
- Dedryver, C. A., Le Ralec, A., & Fabre, F. (2010). The conflicting relationships between aphids and men: a review of aphid damage and control strategies. Comptes rendus biologies, 333(6-7), 539-553.
- Digilio, M. C., Mancini, E., Voto, E., & De Feo, V. (2008). Insecticide activity of Mediterranean essential oils. Journal of Plant Interactions, 3(1), 17-23.
- Döring, T. F., & Chittka, L. (2007). Visual ecology of aphids—a critical review on the role of colours in host finding. Arthropod-plant interactions, 1(1), 3-16.
- Eigenbrode, S. D., & Espelie, K. E. (1995). Effects of plant epicuticular lipids on insect herbivores. Annual review of entomology, 40(1), 171-194.
- El Shafie, H. A. F., & Abdelraheem, B. A. (2012). Field evaluation of three biopesticides for integrated management of major pests of tomato, Solanum lycopersicum L. in Sudan. Agric. Biol. JN Am, 3, 340-344.
- El-Wakeil, N. E., & Saleh, S. A. (2009). Effects of neem and diatomaceous earth against Myzus persicae and associated predators in addition to indirect effects on artichoke growth and yield parameters. Archives of Phytopathology and Plant Protection, 42(12), 1132-1143.
- Gorski, R., & Tomczak, M. (2010). Usefulness of natural essential oils in the control of foxglove aphid (Aulacorthum solani Kalt.) occurring on eggplant (Solanum melongena L.). Chem. Eng, 17(3), 345-349.
- Guerrieri, E., & Digilio, M. C. (2008). Aphid-plant interactions: a review. Journal of Plant Interactions, 3(4), 223-232.
- Guénard, B., Dumont, F., Fréchette, B., Francoeur, A., & Lucas, É. (2018). May furtive predation provide enemy free space in ant-tended aphid colonies?. PloS one, 13(10), e0204019.
- Hatt, S., Uyttenbroeck, R., Chevalier Mendes Lopes, T., Mouchon, P., Chen, J., Piqueray, J., ... & Francis, F. (2017). Do flower mixtures with high functional diversity enhance aphid predators in wildflower strips?. European Journal of Entomology, 114, 66-76.
- Ikbal, C., & Pavela, R. (2019). Essential oils as active ingredients of botanical insecticides against aphids. Journal of Pest Science, 1-16.
- Isman, M. B. (2000). Plant essential oils for pest and disease management. Crop protection, 19(8-10), 603-608.
- Kassimi, A., El Watik, L., Mohammed, M., & Hamid, C. (2017). Mortality of watermelon aphids by vegetable and essential oil with a chemical synthetic product. Int J Adv Res, 5, 2804-2808.
- Kennedy, J. S., Booth, C. O., & Kershaw, W. J. S. (1961). Host finding by aphids in the field. Annals of Applied Biology, 49(1), 1-21.
- Lowery, D. T., Isman, M. B., & Brard, N. L. (1993). Laboratory and field evaluation of neem for the control of aphids (Homoptera: Aphididae). Journal of Economic Entomology, 86(3), 864-870.
- Michael C. Morris & Frank Y. Li (2000) Coriander (Coriandrum sativum) “companion plants” can attract hoverflies, and may reduce pest infestation in cabbages, New Zealand Journal of Crop and Horticultural Science, 28:3, 213-217, DOI: 10.1080/01140671.2000.9514141
- Nalam, V., Louis, J., & Shah, J. (2019). Plant defense against aphids, the pest extraordinaire. Plant science, 279, 96-107.
- Perring, T. M., Battaglia, D., Walling, L. L., Toma, I., & Fanti, P. (2018). Aphids: Biology, Ecology, and Management. In Sustainable Management of Arthropod Pests of Tomato (pp. 15-48). Academic Press.
- Pettersson, J., Ninkovic, V., Glinwood, R., Al Abassi, S., Birkett, M., Pickett, J., & Wadhams, L. (2008). Chemical stimuli supporting foraging behaviour of Coccinella septempunctata L.(Coleoptera: Coccinellidae): volatiles and allelobiosis. Applied entomology and zoology, 43(3), 315-321.
- Payton Miller, T. L., & Rebek, E. J. (2018). Banker Plants for Aphid Biological Control in Greenhouses. Journal of Integrated Pest Management, 9(1), 9.
- Pinto, E. D. S., Barros, E. M., Torres, J. B., & Neves, R. C. D. S. (2013). The control and protection of cotton plants using natural insecticides against the colonization by Aphis gossypii Glover (Hemiptera: Aphididae). Acta Scientiarum. Agronomy, 35(2), 169-174.
- Ponsen, M. B. (1977). The Gut of the Red Currant Blister Aphid Cryptomyzus Ribis (Homoptera: Aphididae). Veenman.
- Rabasse, J. M., & van Steenis, M. J. (1999). Biological control of aphids. In Integrated pest and disease management in greenhouse crops (pp. 235-243). Springer, Dordrecht.
- Rathcke, B., Hamrum, C. L., & Glass, A. W. (2017). Observations on the Interrelationships among Ants, Aphids, and Aphid Predators. The Great Lakes Entomologist, 1(5), 5.
- Ross, T. E. (1981). Diatomaceous earth as a possible alternative to chemical insecticides. Agriculture and Environment, 6(1), 43-51.
- Smith, C. M., & Chuang, W. P. (2014). Plant resistance to aphid feeding: behavioral, physiological, genetic and molecular cues regulate aphid host selection and feeding. Pest management science, 70(4), 528-540.
- Smith, G. H., Roberts, J. M., & Pope, T. W. (2018). Terpene based biopesticides as potential alternatives to synthetic insecticides for control of aphid pests on protected ornamentals. Crop protection, 110, 125-130.
- Stadler, B., & Dixon, A. F. (2005). Ecology and evolution of aphid-ant interactions. Annu. Rev. Ecol. Evol. Syst., 36, 345-372.
- Tschumi, M., Albrecht, M., Entling, M. H., & Jacot, K. (2014). Targeted flower strips effectively promote natural enemies of aphids. IOBC-WPRS Bulletin, 100, 131-135.
- Ulrichs, C. H., Mewis, I., & Schnitzler, W. H. (2001). Efficacy of neem and diatomaceous earth against cowpea aphids and their deleterious effect on predating Coccinelidae. Journal of Applied Entomology, 125(9‐10), 571-575.
- Wäckers, F. L., Van Rijn, P. C., & Heimpel, G. E. (2008). Honeydew as a food source for natural enemies: making the best of a bad meal?. Biological Control, 45(2), 176-184.
- Wakil, W., Ghazanfar, M. U., Kwon, Y. J., Ullah, E., Islam, S., & Ali, K. (2012). Testing Paecilomyces lilacinus, diatomaceous earth and Azadirachta indica alone and in combination against cotton aphid (Aphis gossypii Glover)(Insecta: Homoptera: Aphididae). African Journal of Biotechnology, 11(4), 821-828.
- Yu, X., Wang, G., Huang, S., Ma, Y., & Xia, L. (2014). Engineering plants for aphid resistance: current status and future perspectives. Theoretical and applied genetics, 127(10), 2065-2083.